Meeuw in de sneeuw
In de sneeuw
een meeuw gezien
vol veren
kopveren
borstveren
donsveren
staartveren
krachtige slagpennen.
Onzichtbaar echter
de drijfveren
de diepere drijfveren
van de meeuw
in de sneeuw.
Krachtige slagpennen
drijven de meeuw
door de lucht
door de sneeuw
drijven de meeuw
uit zicht.
In het uitzicht
alleen maar sneeuw.
Duiveneinde
Nog even klapwieken de huidige duiven
met hun al veel te vale veren
De boodschap die ze overbrengen
Is
dat er niet gevlogen wordt
Hun ogen kijken oud, hun vleugels
kortwiekte het wrede heden
dat deze ooit zo vredige symbolen
spoedig zal consumeren.
EU-FADO
De Taag, de Rijn, de Rhône en de Maas
traag vloeien samen Europese rivieren
en brengen op de bodem nieuwe sedimenten aan
als een laag schmink op oudere kwetsuren
een hoer die nog eens mooi wil zijn
en machtswellustig wekt de laagste sentimenten.
Wie wil of kan de bedding sturen
van een rivier die overvol van regen
zich - in de rug de noordenwinden
een weg baant naar het laagste punt
om daar een troebel meer te vormen
een meer dat minder leven toelaat
alleen aan modderkruipers
een bestaan gunt.
Een beetje standbeeld staat niet stil
Een beetje standbeeld staat niet stil
nog nauwelijks zijn de helden uitgebeiteld
graniet of marmer, stevig in het steen
geheel volgens de mode, maar bedoeld voor eeuwig
net zijn ze onthuld, toespraken en fanfare
hoeden die hun starre macht
ontlenen aan vervlogen daden
van vastgelegd historische figuren
of… hoppetee de lijm laat los
hysterie rukt ze van hun voetstuk
ze maken haast verrukt een laatste vrije val
blij toe wellicht dat er beweging blijft
al slaat die op de grond te pletter
zíj zijn niet langer ingelijfd
een beetje standbeeld staat niet stil.
De fragiele heerser
De zwaartekracht
kan hij ontspringen
onzichtbaar leunen
op duistere tonen
Hij draait om zijn as
op de vierkante maat
vloeiend bewegen
de smeltende spieren
zijn handen schijnen
zelfstandig te leven
De zwakte van de danser
als de muziek plotseling
stopt
Niet gek, zo lekker nuchter
Ik ben niet gek
ik zie alleen maar wat ik denk
ik denk het onzichtbare niet
ik zie het ondenkbare niet
ik zie alleen maar wat ik denk
ik ben niet gek
wij zijn niet gek
- ook nuchterheid is een gevoel
dat dronken maakt -
wij dronken nuchterheid
wij zien nu dubbel
zo goed
wij zijn niet gek
Niet waar de kinderen bij zijn
Ik ben heel klein en in de nacht
hoor ik boze stemmen
ik lig daar ademloos en wacht
Mijn bang bang hart
klopt in mijn keel
het is heel donker
ik hoor
bij hoog en laag beweren
Vertrouwde stemmen
in de boze nacht
Ik luister
bang
ik ben te klein
ik kan het kwaad niet keren.
Confrontatie
Hun zinnen waren overdreven zindelijk
hun hartstocht had geen geur
de poeplucht bleef volledig binnenskamers
en moordzucht woekerde achter de deur
Zo vond ik in de kelder laatst een kinderlijk
een telg bezweken aan een overmaat aan training
het laten lopen vond men kennelijk te hinderlijk
daar lag het kind dat sprekend op mij leek
Ik dacht hem nog voor mij te winnen
ging redeloos als een wild dier tekeer
trad ver, te ver misschien, buiten m'n zinnen
koel ging mijn woede aan zijn huid voorbij
Ik sloot de deur en liet de kelder achter me
de witte zon die scheen waanzinnig
warmte sloeg om in wilde koorts en dromen
overtroefden zonder moeite het ontsmettingsmiddel
Zweetlucht spoelde over de steriele zinnen
alles was naakt en nergens was dressuur
zowaar werd nu mijn terugblik helder
en zelfs hun kilte bleek nu innig
Neon-romantiek
Ik zag jouw naam in neon-letters in de nacht
een nacht die donker was en koud
en voortreed met de snelheid van een dieseltrein
waarin ik zat en peinzend zocht
naar het waarom van deze hoge witte letters
die klaar en helder waren, en zich niet bewust
dat ze voor eenmaal eens naar jou verwezen
Wat is een naam in neon in de nacht?
Geen plek voor neo-romantiek, allicht
maar minstens toch een teken
dat ik zelf niet heb bedacht.
De christus en de houtwormen
Daar hang je aan je houten kruis
de prijs van onze zonden
het drama dat je ons vertoont
bloedt kunstig uit je wonden
Dat hoort zo
de schrift legde ooit vast
waar ze je lijf doorstaken
en dat je bloeden moet
Dus logisch dat je schepper
voor ons met bloedmooi rood
goed zichtbaar wilde maken
hoe wreed de zondaars ooit
hun redder konden raken
En toch, terwijl ik naar je kijk
verbleekte kleuren, aangetaste vormen
denk ik, mijn god, hoe houd je 't uit
om nu opnieuw met kruis en al
dus grondiger dan ooit
doorboord te worden
Niet door een lans of speer
dit keer
maar door de tand des tijds
het trage knagen van de wormen.
De nalatenschap van de dichter
De dichter heeft zoveel nagelaten
zoveel niet uitgesproken
en
niet ingevuld
de dichter laat een leegte achter
dat is de verdienste van de dichter |