Cultuur

 
 

Het nationalisme van een kosmopoliet

In 1985, lang voordat Bolkestein het thema 'integratie' aanroerde, schreef de Amsterdamse socioloog Abram de Swaan een serie columns onder de titel Het lied van de kosmopoliet . Daarin opent hij de aanval op het cultuurrelativisme, op het bevorderen van groepsculturen en op het back-to-the-roots -denken. Kortom, op het denken dat tegenwoordig als politiek correct en dus als verwerpelijk wordt afgedaan.

De stukjes zijn even magistraal van toon, als stellig. Ze bevatten one-liners die een politicus niet zouden misstaan: "De nieuwkomers zijn eigener beweging naar Nederland getrokken, omdat het hun hier beter leek. Het is hier ook beter." Maar ook: "Niemand kan het helpen dat hij als Fries of Limburger geboren wordt. Maar gelukkig is daar nog veel aan te doen."

Het Lied van de kosmopoliet - later gebundeld in Perron Nederland - is sindsdien geplunderd door generaties cursiefjesschrijvers, maar heeft desondanks zijn kracht niet verloren. Het weet nog immer te prikkelen en te verwarren, zo onontwarbaar vermengt het westerse overmoed ('De westerse beschaving overheerst de wereld') met kosmopolitische lyriek ('Alle cultuur is overspel en de muziek gaat met iedereen mee'). Z'n kracht, én zijn innerlijke tegenstrijdigheid, balt het artikel samen in een monumentale slotzin. 'Het nut van een natie is een perron in de wereld te zijn'.

Het is een beeld vol dynamiek dat echter draait om het statische begrip 'perron'. Van een perron vertrekken reizigers en zij komen er aan. Het is een wirwar van mensen. Beweging alom. Maar de omroeper roept de tijden om in het Nederlands, de orde wordt bewaakt door de spoorwegpolitie. Voor de kosmopoliet is het natuurlijk heerlijk thuiskomen. Waar je ook vandaan komt, op het perron vind je het vaderland terug.

Wat bij De Swaan echter een onschuldig, bijna nostalgisch sentiment was, blijkt bij zijn politieke en journalistieke discipelen steeds vaker een heftige emotie. Zij verdragen het steeds minder dat er op perron Nederland vreemdelingen rondlopen die zich niet volledig conformeren. Eerst voorzichtig, maar nu gaandeweg krachtiger wordt het 'Lied van de kosmopoliet' vervangen door het Wilhelmus. De punten waarop de nieuwkomer zich moet aanpassen, worden moeiteloos uitgebreid.

Voor Neêrlands kosmopolitische elite heeft dit programma van eisen voorlopig weinig gevolgen. Als Harry Mulisch in Gert Jan Dröges programma Wij Nederlanders zegt zich geen Nederlander te voelen ('Nederland is niet echt in mij geboren'), zullen weinigen hem daar op aanvallen. Maar iemand die van Turkse afkomst is, wordt door een parlementaire meerderheid een dubbel paspoort ontzegd. Dat is immers een uiting van 'dubbele loyaliteit'. En alleen een islamiet die voor de koningin bidt, is een Nederlandse islamiet.

Op perron Nederland komt alvast een dranghek te staan, om de tickets en de good intentions beter te kunnen controleren. Sommigen gaan zich daarbij wat ongemakkelijk voelen. "Wie Bolkestein van nationalisme beschuldigt loopt zelf het gevaar van kosmopolitisme beticht te worden. Waartoe dit kan leiden heeft de geschiedenis ons geleerd," schreef Remco Campert in zijn maandagse CaMu in de Volkskrant , verwijzend naar het scheldwoord dat 'kosmopoliet' bij de nazi's geworden was. Zo'n opmerking is anno 1997 not done . Er is ook geen aanleiding om de huidige roep om aanpassing van de minderheden in zo'n historische context te plaatsen. Maar Camperts benauwdheid is wel invoelbaar. Als kosmopolitische Nederlanders zoals de voorzitter van de Liberale Internationale zich nationalistisch gaan uitlaten, hoe kunnen Jan Rap en zijn maat er dan nog óoit van doordrongen raken dat alle cultuur overspel is?

Column voor Contrast 1997

 
Terug naar overzicht Cultuur