Cultuur

 
 

Bezoek aan de Nederlandse Keuringsdienst voor Woorden

Gisteren bezocht ik de Nederlandse Keuringsdienst voor Woorden. Ik heb namelijk een klacht en niet zo'n kleine ook. Ik weet niet wat sommige woorden betekenen. Kijk, met een woord als 'kast' heb ik geen moeite, dat is zo'n ding waar kleren in kunnen. Een woord als 'regering' is al een stuk lastiger, vooral als die regering gevallen is. Wat regeert er dan nog in het woord 'regering', vraag ik me af.

Maar mijn grootste klacht gaat over het volgende rijtje: gastarbeider, buitenlander, migrant, medelander, nieuwe Nederlander, lid van een etnische minderheid.

Daar wordt je toch mesjogge van. Kunnen daar geen afspraken over gemaakt worden? Er was bijvoorbeeld een minderhedenbeleid. Dat is mislukt. Dan komt er een wetenschappelijk rapport met oplossingen, en dat heet 'Allochtonenbeleid'. Rang is alleen Rang als er Rang op staat, maar zo gauw het over minderheden gaat, lijken we met Hollands waspoeder te maken te hebben, dat elke drie maanden geheel vernieuwd nog witter wast.

Maar ondertussen zit je als eenvoudig mens met al die termen. Vandaar dat ik naar de Nederlandse Keuringsdienst gestapt ben in de hoop dat ze me daar konden uitleggen wat het echt moest zijn: lid van een etnische minderheidsgroep, allochtoon, migrant of gewoon 'zwarte'.

"Juist ja", zei de grijzende dame die me te woord stond, "Ik snap het probleem, maar kunt u ook zeggen om welke groep het gaat? Welke groep heeft te maken met al die naamsveranderingen?" Ik dacht na. Wat is eigenlijk de overkoepelende term... nee, inderdaad, over welke groep hebben we het? Ik raakte in de war, want juist de termen die ik zo verwarrend vond, benoemen de migrant als 'migrant' en de allochtoon als 'allochtoon'. Ik begreep dat ik te vroeg naar de Keuringsdienst gestapt was. Thuis keek ik nog eens naar dat rapport 'Allochtonenbeleid'. Dat zegt simpelweg dat alleen diegene allochtoon is die zichzelf ook zo noemt en voelt. Maar welke migrant voelt zich allochtoon? Ik wilde het opgeven, tot ik tenslotte toch heel langzaam iets begon te begrijpen. Al die steeds maar nieuwe termen betekenen eigenlijk maar één ding: "We zijn nog niet aan jullie gewend. We zien jullie als een groep, ook al ben je zigeuner, Italiaan of Antilliaan. Zelfs al ben je Nederlander en ben je de grootste individualist die er rondloopt, toch ben je in onze ogen een 'medelander'." Al die termen verraden afstand.

Als dat inderdaad zo is, heb ik een voorstel. Ik ben ervoor om wat nu 'autochtone Nederlanders' heet, 'Waterlanders' te noemen. Ik denk dat in het kader van het nieuwe meerderheidsbeleid 'waterlanders' beter dan 'Hollanders' weergeeft op wie we ons moeten richten.

Column Radio Noor-Holland, juni 1989

 
Terug naar overzicht Cultuur