Cultuur

 
 

Afwijking mijnerzijds

Column voor Radio Noord-Holland, 17 mei 1990

Dezer dagen heb ik me dan maar bij een psychiater aangemeld. 'Hè, hè, eindelijk', hoor ik u zeggen. Dus u begrijpt hoe nodig het was.

Had dan eerder verteld dat ik die afwijking heb! Nu heb ik er jaren mee rond gelopen in de veronderstelling dat het heel normaal was wat ik dacht en deed.

Wat is er aan de hand. Ik woon in een, zeg maar, multiculturele buurt. Uit vrije wil, en ook een beetje gedwongen door omstandigheden. Ik heb contacten en onderhoud relaties met mensen van diverse pluimage en afkomst, omdat ik dat leuk en vanzelfsprekend vind en misschien ook wel omdat ik dacht dat het zo hoorde. Monoculturen zijn saai, vond ik altijd. Denk maar eens aan een eindeloos aardappelveld of aan zo'n nieuwbouwwijk waar 's morgens alle mannen in het autootje naar hun werk gaan en alle vrouwen met kinderwagens lopen. Saai en vervelend. Mijn uitgangspunt is altijd dat je alleen iets van een ander opsteekt als die persoon anders is dan jijzelf. Kortom: weg met één-pot-nat.

Inmiddels weet ik dat dit idee op een afwijking mijnerzijds berust. Mensen willen helemaal niet door elkaar en met elkaar leven. Ze willen apart. De ex-wethouder uit Den Haag Van Otterloo weet hoe het zit met de mensen, en die heeft gezegd: "We denken dat het heel gezellig is als Turken, Marokkanen, Surinamers en Nederlanders door elkaar wonen, maar dat gaat helemaal niet goed". Hij wil daarom aparte wijken voor elke bevolkingsgroep. "Kijk maar naar de cultureel homogene buurten voor de hogere inkomens", aldus Van Otterloo, en hij heeft gelijk: wie zou er niet in een beveiligde villa in Wassenaar willen zitten, met een grote hond in de tuin en een hoog hek om het huis. En dan maar zwaaien naar de cultureel homogene buren.

Dat ideaal moet ook voor de lagere inkomensgroepen bereikbaar worden, zo liet ik me al snel overtuigen. Dat is veel beter voor hun identiteit. Raar is dat, hoe een simpel en helder idee je zo van gedachten kan laten veranderen.

Maar dat bracht me wel op het vraagstuk van mijn eigen identiteit. Die moest toch ernstig aangetast zijn door mijn interculturele contacten. Ik raakte in crisis.

Maar de grootste klap was wel dat ik me realiseerde, dat mijn afschuw van die homogene witte wijken, van het wonen tussen keurige, witte, hoogopgeleide mensen, mijn angst om op te gaan in die eenvormige massa, wel moést betekenen dat ik zelf nog altijd zo'n keurige, witte, hoogopgeleide man ben. Net als Van Otterloo. Moet ik samen met hem in een wijk? Wat een schok. Enfin, mijn psych en ik houden u op de hoogte.

 
Terug naar overzicht Cultuur